De doelen van ons onderwijs
Doelstellingen:
De Rietendakschool werkt met groepsplannen en didactische groepsoverzichten. Voor elk kind worden de resultaten bekeken van citotoetsen en methodetoetsen. Naar aanleiding van deze toetsen en de observaties in de klas worden de doelen voor elke leerling bepaald. De leerkracht noteert in het didactisch groepsoverzicht een ambitieus doel voor de vaardigheidsscore van de leerlingen. Tijdens de tussenevaluatie en bij de eindevaluatie worden de resultaten geanalyseerd en beschrijft de leerkracht wat heeft bijgedragen aan behaalde resultaten. Wanneer de leerling de doelen niet behaald heeft zal beschreven worden waar dit aan ligt. Hierbij wordt met name gekeken naar het leerkrachthandelen en de (extra) stappen die genomen zijn om tot het resultaat te komen. Vervolgens worden de nieuwe leerdoelen beschreven, waarbij wordt gekeken wat de leerling nodig heeft om tot de doelstelling te komen. De analyse van de voorgaande groepsplannen en didactische groepsoverzichten worden hier in meegenomen.
Sociale ontwikkeling
De sociale ontwikkeling monitoren wij door middel van KANVAS. Dit sluit aan bij de kanjermethode. In alle groepen wordt de sociaal emotionele ontwikkeling en veiligheid in beeld gebracht met KANVAS. In de lagere groepen gebeurt dit aan de hand van observaties en registraties van de leerkracht. In de hogere groepen vullen de leerlingen vragenlijsten in over de sociale veiligheid. De resultaten worden geanalyseerd door de leerkracht. Wanneer leerlingen uitvallen wordt dit besproken met de intern begeleider en onze gedragsspecialist. Samen worden stappen geformuleerd om de tekortkomingen weg te werken. Daarnaast werkt de kanjercoordinator preventief door klassenbezoeken te doen en aan te sluiten bij gesprekken die leerkrachten met leerlingen hebben, wanneer nodig.
Resultaten
De resultaten worden besproken tijdens groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen. Samen met de intern begeleider kijkt de leerkracht waar extra interventies nodig zijn. Ook worden de resultaten besproken in het team. Leerkrachten presenteren de resultaten van hun eigen groep en de overige leerkrachten bevragen de leerkracht op de resultaten. Zo zorgt het team er samen voor dat alle leerlingen in beeld zijn en dat stappen worden genomen om de resultaten blijvend te verbeteren.
Referentieniveaus
Het doel is dat onze leerlingen uitstromen met minimaal een 1f niveau en minimaal 65% van de leerlingen 2f/1s. Op het moment is dit nog niet behaald. Door betere lessen en betere analyses van de resultaten zal er groei zichtbaar worden in de percentages 1f en 2f/1s. De nieuwe methodes en nieuwe werkwijze dragen hier nu al aan bij. De uitstroompercentages van schooljaar 2022-2023 zijn significant hoger dan die van 2021-2022.
Instroom en uitstroom
Op De Rietendakschool stromen leerlingen in vanuit de VVE-peuterspeelzaal. Sommige leerlingen starten met een achterstand. Deze achterstand wil de school wegwerken zodat de leerlingen met minimaal 1f en zo veel mogelijk met een 1S/2F score uitstromen naar het vervolgonderwijs. De school en de leerkrachten hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en bieden hen uitdaging om tot deze resultaten te komen. Dit wordt gedaan door extra software aan te bieden, extra instructie en het uitspreken van hoge verwachtingen.
De huidige uitstroomgegevens staan beschreven op de pagina resultaten.
Groepsindeling:
De Rietendakschool werkt met leeftijdsjaargroepen. Er zijn twee combinatiegroepen in het schooljaar 2023-2024. Er is een groep 4/5 en een groep 5/6. Beide combinatiegroepen worden ondersteund door een leraarondersteuner.
Manier van werken:
Op De Rietendakschool wordt klassikaal gewerkt. De leerkracht werkt met de groep volgens de methodes. Bij het aanbieden van de lesstof wordt gebruik gemaakt van het model van expliciete directe instructie.
Voor het zelfstandig werken wordt gebruik gemaakt van een blokje voor zelfstandig werken, een stoplicht en een timetimer. De regels rondom het zelfstandig werken staan beschreven in een borgingsdocument.
Tijdens de instructies kijkt de leerkracht met behulp van het wisbordje welke leerlingen de stof al begrijpen en welke leerlingen nog extra instructie nodig hebben. De leerkracht geeft de leerlingen een opdracht. De leerlingen schrijven het antwoord op het wisbordje zodat de leerkracht het antwoord van alle leerlingen kan zien. Hierdoor ziet de leerkracht welke leerlingen nog extra instructie nodig hebben. Kinderen die de lesstof al begrijpen mogen eerder aan het werk en krijgen verdiepingsstof.